h

Achtergronden bij het associatieverdrag

30 maart 2016

Achtergronden bij het associatieverdrag

Onderstaand artikel is een samenvatting van de artikelen van Bas van Beek, Sophia Beunder, Jilles Mast en Chris de Ploeg, die onder auspiciën van het Platform Authentieke Journalistiek voor Follow The Money de achtergronden van het associatieverdrag met Oekraïne hebben onderzocht. De originele, volledige artikelen vindt u hier.

 

I.Het beleid van het IMF doet meer kwaad dan goed in Oekraïne

Het IMF speelt een leidende rol in de hervormingen in Oekraïne. Het recept in Oekraïne is bekend: bezuinigingen op sociale voorzieningen en het aantrekkelijk maken van het ondernemersklimaat. Ondertussen is eventuele toekomstige groei van Oekraïne al beloofd aan investeringsfondsen.

Het Internationaal Monetair Fonds is de grootste drijvende kracht achter de hervormingen in Oekraïne. In Oekraïne zelf is men echter uitgesproken kritisch over de rol die het IMF speelt. De hervormingen zijn slechts gericht op de korte termijn en staan daarom haaks op de belangen van de gewone Oekraïner.

In februari 2015 maakte het IMF bekend dat het verspreid over vier jaar 17,5 miljard dollar aan Oekraïne zal lenen. Deze lening is onderdeel van een financieringspakket van in totaal 40 miljard dollar. Geld dat Oekraïne nodig heeft om een faillissement te voorkomen.

Aan de lening zijn strenge voorwaarden verbonden. Het standaardpakket aan maatregelen zoals dat in Griekenland is toegepast, wordt nu ook toegepast in Oekraïne: Radicale bezuinigingen op de overheidsuitgaven, waaronder sociale voorzieningen en de gezondheidszorg, vergezeld van verregaande liberalisering van handel en markten die het land openstellen voor buitenlands kapitaal.

Ruim 40 miljard aan nieuwe leningen hebben er toe geleid dat de Oekraïense staatschuld van 40,7 procent in 2013 is gestegen naar 94,4 procent eind 2015. In 2015 werd met vier grote investeringsfondsen, waaronder de beruchte Franklin roofkapitalist Templeton Investments, zaken gedaan. Deze bedrijven bezitten bijna de helft van de totale private schuldenlast van het land. Oekraïne sloot onder meer met deze vier investeerders leningen af met een hoge rente van 7,75 procent, onder de kwalijke Value Recovery Instruments (VRI) regeling, die inhoudt dat de internationale investeerders een groot aandeel in de eventuele economische groei van het land in de toekomst krijgen.

Eventuele opbrengsten voor de komende twee decennia zijn dus al overgeheveld naar westerse investeringsfondsen.

De begroting voor 2016 kenmerkt zich door verdere bezuinigen op sociale voorzieningen en het vriendelijker maken van het ondernemersklimaat in Oekraïne. De hervormingen hebben geleid tot een sterke daling in sociale uitgaven. Uitgaven voor onderwijs, gezondheidszorg en sociale zekerheid zijn met tientallen procenten gedaald. Het enige waar meer aan wordt uitgegeven zijn kosten van defensie en het terugbetalen van leningen.

Het IMF staat er op dat Oekraïne haar inkomsten uit belastingen vergroot. Omdat weinig van de grote bedrijven te verwachten valt (dankzij “financials” op de Amsterdamse Zuidas) zijn de accijnzen op de consumptie van sigaretten en alcohol met tientallen procenten te verhoogd en is de inkomstenbelasting voor de lagere inkomens van 15 naar 18 procent gestegen (terwijl de inkomstenbelasting van de meer vermogende Oekraïners is gedaald van 20 procent naar 18 procent). Daarnaast zijn de sociale bijdragen van het bedrijfsleven (waar de pensioenen van worden betaald) gehalveerd, en zijn de belastingen op het winnen van b.v. schaliegas verlaagd.

Corruptie woekert onvermindert voort. In februari 2016 trad minister van economische zaken Abromavicius af omdat hij door President Porochenko onder druk werd gezet om vertrouwelingen op belangrijke posities te benoemen. Zo zijn er talloze voorbeelden van hoe het politieke- en het bedrijfsleven nog doorwrocht is met corruptie. Maar nog afgezien van het morele aspect is de corruptie in Oekraïne vooral schadelijk omdat de steekpenningen niet worden geïnvesteerd in de lokale economie maar naar het buitenland verdwijnen. Door Nederland gefaciliteerd via Oekraïense brievenbusfirma’s. In Oekraïne was in 2014 ca de helft van de buitenlandse investeringen  afkomstig uit Nederland, Cyprus, Zwitserland, Belize en de Britse Maagdeneilanden. Alleen al in de graanhandel is Oekraïne van 2012 t/m 2015 zo’n 1,7 miljard aan staatsinkomsten misgelopen door belastingconstructies.

 

II. De buitenlandse invloed in Oekraïne

Zowel Rusland als de Verenigde Staten en de EU hebben veel invloed in Oekraïne. Dit komt zowel tot uiting bij de manier waarop Jatsenjoek in de regering terecht is gekomen als bij de rol van voormalig president Janoekovich

Van de EU mocht Oekraïne geen lid zijn van de Euraziatische Economische Unie (EEU) van Rusland, wilde het deel uitmaken van de vrijhandelszone met de Europese Unie. Het IMF had bovendien zware eisen aan het handelsakkoord gesteld: stijging van 40 procent van de gasprijzen, bevriezing van de lonen en bezuinigingen. Dit was echter in strijd met de verkiezingsbelofte van toenmalig president Janoekovitsj. Ook troffen de eerder ingevoerde Russische sancties het oosten van het land hard. Janoekovitsj weigerde daarop het EU associatieakkoord te tekenen. Met de Maidan-opstand tot gevolg. Janoekovitsj vluchtte, waarop de voormalige oppositie de macht overnam. De opstand had echter geen meerderheidssteun. Zeker niet in het zuiden en oosten van het land.

Er was verregaande buitenlandse inmenging. Zo blijken de onderminister van Buitenlandse Zaken Victoria Nuland en de Amerikaanse ambassadeur de interim-regering, met Jatsenjoek als premier, te hebben samengesteld. Tegen de wil van de meerderheid van het volk, dat de pro-Russische Janoekovitsj met 29,5% verkoos. Jatsenjoek werd echter door de westerse machthebbers verkozen, om de deal te sluiten met het IMF en de Europese Unie.

Er onstond een "schaduw-regering"  van oligarchen rondom Jatsenjoek aan de ene zijde en Porosjenko aan de andere. Washington hield Jatsenjoek echter in het zadel, waarmee de rol van Porosjenko in feite was teruggebracht tot Amerikaanse “marionet”.

 

III.Hervormingen in Oekraïense industriesteden

Onder supervisie van de EU en het IMF moet de regering enorm veel hervormingen doorvoeren, met sociale ontwrichting tot gevolg.

De hervormingen die sinds 2014  in ruil voor de IMF leningen zijn doorgevoerd, hebben in Oekraïne geleid tot stijgende levenskosten, stagnerende of zelfs verdwenen inkomsten door het verlies van werk, en een inflatie tot 45%. Oekraïne moest stoppen met subsidies in de energiesector, met name in de kolenindustrie. Mijnen, al jarenlang niet winstgevend, met grote veiligheidsproblemen en zeer vervuilend, konden echter alleen voortbestaan met steun van de staat.. Door de bezuinigingen werden zij nu echter gedwongen om te sluiten, waarbij de mijnwerkers en hun familie aan hun lot worden overgelaten. Geld om de nieuwe werklozen op te vangen heeft de regering niet.

En dat terwijl Oekraïne op dit moment juist een groot tekort aan kolen heeft. Veel van de kolenmijnen liggen echter in Russisch georiënteerde gebieden. Grote ladingen dure kolen uit Zuid-Afrika en Australië worden daarom nu geïmporteerd. Waarmee de eigen industrie in het oosten verder buitenspel wordt gezet.

 

IV.De Oekraïnse economie in geopolitiek opzicht

De handel met Rusland is ingestort en de instortende Oekraïense industrie, in handen van een kleine groep oligarchen, kan de concurrentie met het gemonopoliseerde Europa niet aan.

Het pro-Europese kamp presenteert het verdrag vooral als een strijd tussen het beschaafde Europa en het onbeschaafde Rusland. Oekraïnse economen stellen daarentegen dat het akkoord “marginaal winstgevend” is voor Europa. Met het akkoord staat het industriële hart in het midden en oosten van het land echter onder druk . Momenteel is er nauwelijks industrie. Hoogtechnologische sectoren zoals de ruimtevaartindustrie bevinden zich in een vergelijkbare situatie.

Oekraïne's integratie in de wereldeconomie is gebaseerd op de export van ruwe grondstoffen, zoals landbouw en ijzererts. Oekraïense eindproducten die gebruik maken van moderne technologie en daarmee economisch meer opleveren hebben het echter moeilijk op de westerse markt die nagenoeg onbereikbaar is door monopoliepositie van het Europese en Amerikaanse bedrijfsleven. Daar komt dan bij dat een groot deel van de economie van Oekraïne in handen is van een selecte club oligarchen. Over de miljarden die zij verdienen met de export van landbouwproducten en metaal wordt (met hulp van het Nederlandse belastingklimaat) nauwelijks belasting betaald. Bovendien worden die miljarden niet of nauwelijks geïnvesteerd in de ontwikkeling van Oekraïne.

Het resultaat is dat de Oekraïense industrie de afgelopen jaren steeds verder achterop is geraakt. Tel daarbij op de oorlog, en het gevolg is dat op dit moment geen enkele industriële sector kan concurreren met Europa. Terwijl het juist de export naar Rusland was waar de hoogwaardige industrie van Oekraïne in belangrijke mate op leunde. Hele industrieën in Oekraïne dreigen nu ten onder te gaan.

Oekraïne heeft in economisch opzicht een min of meer Europees georiënteerd westen en een Russisch oosten. Het westen doet vooral aan landbouw, waarvan de producten worden geëxporteerd naar de EU, terwijl het oosten afhankelijk is van zwaardere industrie, waarvan de producten worden afgezet op de Russische markt. Het wegvallen van de handelsbanden met Rusland zou door het Associatieverdrag moeten worden opgevangen. Volgens het westen kan Oekraïne het akkoord aangrijpen om minder afhankelijk te worden van Rusland.

Het is zeer onzeker of het land in een diepe recessie en in oorlogstijd de implicaties van het akkoord wel aan kan. Bovendien is het nog maar de vraag of zij dit wil. Dat zijn belangrijke redenen om het associatieverdrag uit te stellen. Een akkoord als het onderhavige is feitelijk alleen geschikt voor landen die industrieel veel verder ontwikkeld zijn, en zal in Oekraïne alleen maar meer druk zetten op de toch al fragiele lokale economie. Het normaliseren van de handel van Oekraïne met Ruslands Euraziatische Economische Unie is een mogelijke oplossing. Noch de EU noch de VS of Rusland kijken echter vooralsnog naar deze optie.

 

V.Het gedateerd onderzoek van de Europese Commissie

De Europese Commissie propageert de positieve economische gevolgen van het associatieverdrag met Oekraïne met een gedateerd onderzoek.

Macro-economische studies zijn verricht door onderzoeksbureaus Ecorys (Nederland) en CASE (Oekraïne). Volgens deze onderzoeken uit 2007 zou door het verdrag het bruto binnenlands product (bbp) op de lange termijn met meer dan vijf procent groeien. Wel zouden er negatieve effecten optreden in het oosten van Oekraïne waar in het bijzonder de kolenmijnen hard worden getroffen.

Vanaf november 2013 stortten de ontwikkelingen in Oekraïne het land echter in een diepe crisis, gevolgd door het grotendeels wegvallen van de (handels-)relatie met Rusland. Vervolgens brak de mondiale financiële crisis uit.

Omdat de handels-commissie zelf ook begreep dat de resultaten van de onderzoeken van Ecorys of de ‘adviesgroep voor Oekraïne’ niet de gewijzigde realiteit van na 2013 bevatten vroeg zij met spoed een vervolgonderzoek. Dit onderzoek is echter voortijdig gestopt:

'De Commissie heeft de analyse stopgezet omdat het akkoord door het Europees Parlement [al] werd goedgekeurd voordat de studie was uitgevoerd. Dit maakte het onderzoek procedureel overbodig.’

Reactie toevoegen

U bent hier