h

Hoe begrijpen we ons gespleten brein?

12 maart 2018

Hoe begrijpen we ons gespleten brein?

Hoe begrijpen we ons gespleten brein?

Robert B. Reich, Transcript van de classroom-lezing “Understanding your split brain”

Vertaling en bewerking: Rob vd Lande

ROBERT B. REICH was staatsecretaris  in de Amerikaanse Clinton regering. Volgens Time Magazine was hij een meest effectieve staatssecretarissen van de 20-eeuw. Mr. Reich heeft een dertiental boeken gepubliceerd, waaronder de bestsellers “Aftershock" en "Beyond Outrage", over de toegenomen ongelijkheid. Zijn documentaire, "Ongelijkheid voor iedereen (Inequality for All)" is door de VPRO op de Nederlandse televisie vertoond.  

“Dit is wat we vandaag gaan doen: we gaan onderzoeken waarom inkomen en rijkdom, en tot zekere hoogte politieke macht, steeds ongelijker verdeeld wordt. Wat is er precies aan de hand en wie is daar -  ik heb er een hekel aan om de term te gebruiken - de schuld van? Wat is er de werkelijke oorzaak van? Laten we dat maar eens onderzoeken!

Vorige week hebben we gepraat over jullie normen en waarden, welke mate van ongelijkheid juist en gewenst is, hoe groot jullie hadden verwacht dat die zou zijn, hoe groot hij in werkelijkheid is, en de grote verschil tussen de realiteit en het ideale geval. En jullie hebben je er inmiddels in een stemming over uitgelaten. En het bleek dat er een enorm gat, een enorme discrepantie bestaat tussen (1) de mate van werkelijke ongelijkheid in rijkdom, (2) hoe groot men dacht dat die was, en (3) de ideale mate van ongelijkheid. Het ging er hierbij niet alleen over hoe jullie er over dachten, het betrof een willekeurige grote groep van mensen, verspreid over het hele land.

We gaan nogmaals naar dit alles kijken, naar het waarom van dit allemaal. We gaan daarvoor een aantal vragen beantwoorden middels jullie “klik-responsapparaatjes”.  Ik heb alvast twee vragen, waarbij het er om gaat om in kaart te brengen wat een enkele van jullie normen en waarden zijn.

De eerste vraag is: hoe belangrijk is het voor jullie om in de stadswijken kleine winkeltjes en boekhandels te behouden? Dus in feite wat voor een soort millieu en omgeving je het liefst hebt. Kies uit twee opties: nogal belangrijk, of helemaal niet belangrijk. Laten we vervolgens eens kijken wat jullie ervan vinden.

De uitslag toont dat ruim 80% procent van jullie het nogal belangrijk vinden om in de wijken kleine winkeltjes en bedrijfjes te hebben. Slechts 28% vind het totaal niet belangrijk. Dat is significant.

Okay, laat ik nog een vraag stellen. En nogmaals, het gaat om het in kaart brengen van jullie voorkeur. De tweede vraag heeft te maken met vaste banen en een goed lonen. Hoe belangrijk is het om vaste banen en een goed loon te behouden in het midden- en kleinbedrijf, zoals voor productiemedewerkers en luchthavenmedewerkers? Hoe belangrijk vinden jullie vaste banen en een goed loon voor een grote groep werkenden? Kies nogmaals voor nogal belanglijk of totaal niet belangrijk.

Okay, laten we eens kijken. 95% van jullie zegt dat een vaste baan en een goed loon nogal belangrijk is. Dat is interessant. Ik had nog veel meer vragen kunnen stellen, maar we hebben het een en ander nu een redelijk in kaart gebracht.

Nu wil ik jullie wat anders vragen. Kopen jullie vaak iets on-line? Ik vraag het alleen maar, ik wil jullie geen slecht gevoel geven! Ik wil alleen maar weten of jullie veel on-line kopen. Okay, laten we eens zien. Zo te zien koopt driekwart van jullie vaak iets on-line. Een kwart doet dat niet. Wat ik jullie vraag, niet om je een slecht gevoel te geven, maar zijn jullie je bewust van enige inconsistentie? De meesten van jullie stellen immers kleine winkeltjes en boekhandels weliswaar op prijs, en jullie zijn voorstanders van goede banen en een goed loon, althans dat is wat jullie zeiden. Maar jullie kopen ook vaak iets on-line. De inconsistentie die ik wil laten zien, mocht je het missen, betreft het kopen van dingen on-line. Ik begrijp waarom je het doet – ik doe het ook, maar het heeft wel enig effect op het verdwijnen van kleine winkeltjes, familiebedrijfjes en boekhandels.

Nu heb ik hier een persoonlijk belang bij, omdat ik immers boeken schrijf. Toen ik in de 20e eeuw begon met boeken schrijven, waren er heel veel boekhandels. De meeste van mijn boeken werden dan ook verkocht in boekhandels, terwijl de meeste van mijn boeken nu, denk ik, worden verkocht via Amazon.

Ik moet jullie hierover iets vertellen. Ik ging eens naar een bijeenkomst in iemands huis, ongeveer een jaar geleden. Ik kende de gastheer niet maar op de boekenplank van deze persoon stond het allereerste boek dat ik ooit had geschreven. Het was niet eens een paperback, het was een boek met harde kaft. Ik voelde mij vereerd, wauw, ik kende de persoon niet maar hij had mijn eerste boek wel op zijn boekenplank! Ik ging naar hem toe: “ik zag dat je mijn allereerste boek op je boekenplank heb staant!” Hij keek een beetje bedremmeld en opgelaten, en zei dat ik het maar eens moest pakken en openslaan. Ik pakte het dus, en sloeg het open: het was uitgehold. Hij bleek het te hebben gekocht als een veilige manier om iets te bewaren, juwelen en dergelijke, in de veronderstelling dat niemand dat specifieke boek ooit zou willen pakken.

Hoe dan ook, het punt is dat ik een zwak heb voor boekhandels. Jullie hebben dat wellicht ook, net als voor die andere dingen in jullie wijken, maar zodra je on-line koopt is er wel een klein beetje sprake van een contradictie...

Laat ik je nog een vraag stellen. En een eerlijk antwoord, okay? Zoeken jullie wel eens naar de meest voordelige prijzen voor zaken en diensten, zoals voor kleding en vliegtuigreizen? In andere woorden, gaan jullie voor de beste deals die je kan krijgen, en is dat belangrijk voor je? Kies ook nu weer voor Ja of Nee.

Okay, 87% van jullie gaan dus voor de beste deals, voor de voordeligste prijzen. Natuurlijk doe je dat. Slechts 13% van jullie doet dat kennelijk niet. Ik weet niet op welke planeet jullie wonen, en ik wil niet denigrerend over jullie doen, maar de meeste van ons willen echt de laagste prijs, de beste deal. Ik zou hierbij nogmaals willen opmerken dat jullie hierbij best wel eens de bedrijven die met de laagste prijs aanmoedigen om hun productie te verplaatsen naar het buitenland ten einde op loonkosten te besparen, om de macht van de vakbonden te ondermijnen, om wellicht lonen te verlagen of misschien wel om mensen te ontslaan door meer machines in te zetten. Er zijn wat dat betreft legio dingen die bedrijven kunnen doen om jullie maar die lage prijs te bieden. Maar die dingen die er voor zorgen dat jullie de laagste prijs betalen, zijn vaak niet te rijmen met het ideaal wat je zegt te hebben met betrekking tot banen en lonen. Zien jullie dat spanningsveld? Ik wil niet zeggen dat jullie hypocriet zijn, het gaat mij er slechts om dat er hier sprake is van een groot spanningsveld.

Waar jullie zeggen in te geloven, in termen van winkels, boekhandels, banen en lonen, rijmt niet met de manier waarop jullie je in werkelijkheid als consument gedraagt. Er is op een aantal manieren sprake is van een brein dat het niet met zichzelf eens is, een gespleten brein. Een deel van dat brein is het “burger-brein”. In dat deel van het brein zijn wij bezorgd over bij voorbeeld de kwaliteit van leven, over de gemeenschap, de boekhandels, en de kwaliteit van banen en lonen in het algemeen. We hebben als burger stelsel van normen en waarden met betrekking tot de plek waarin we willen wonen. Maar een ander deel van ons brein is een “consumenten” brein. Er is op z’n minst gezegd enige spanning tussen die twee delen!

Nou ben ik geen neuroloog, en ik weet niet waar die delen van ons brein zijn. Maar ze overlappen elkaar niet noodzakelijkerwijs. En zo komen we bij de vraag wat nu de drijvende kracht is achter de ongelijkheid, de slechte en/of onzekere banen, het sluiten van boekhandels en het vervallen van wijken tot achterbuurten. Als we ons afvragen wie er achter dit alles zit is één conclusie onvermijdelijk: jullie zijn zelf ook medeplichtig!

Nogmaals, ik geef jullie niet de schuld, ik geef slechts aan dat jullie medeplichtig zijn. Als we de oorzaken onderzoeken van toenemende ongelijkheid, baanonzekerheid, en al het andere, dan is de onvermijdbare conclusie: jullie zijn (ook) medeplichtig.

We kunnen het overigens op dezelfde manier hebben over het millieu. Veel van ons willen een gezonde omgeving, schone lucht, schoon water, enzovoorts, maar hiervoor betalen is een ander ding. In het nastreven van de goedkoopste prijzen stimuleer je ook bedrijven niet om vrijwillig goed burgerschap te tonen met betrekking tot het millieu. Snap je waar ik naartoe wil?

De vraag waarmee ik wil afsluiten, waarover jullie moeten nadenken, is waarom het kortzichtige en korte termijn consumenten-brein het zo vaak wint van het meer verantwoordelijke burger-deel van onze hersens. Ik geef je drie mogelijke redenen. Eén mogelijkheid is dat je slechts beperkte – financiële of andere - middelen hebt. We hebben allemaal beperkte middelen; we willen wel beter en gewetensvoller zijn, we willen wel betere mensen zijn, maar omdat we geen oneindige hoeveelheid geld hebben vinden we dat we ook de beste deal, de laagste prijzen moeten hebben. Probleem één is dus dat er sprake is van beperkte middelen.

Maar er is nog iets anders dat speelt. We kunnen slecht een verbinding leggen tussen enerzijds ons streven naar een goede deal en lage prijzen, en anderzijds de mogelijk kwalijke consequenties daarvan. Met het streven naar de beste deal zijn jullie de aanstichters van de extreme competitie tussen de bedrijven, die er toe leidt dat lonen worden verlaagd, dat werk naar lagelonenlanden wordt verplaatst, dat werk verregaand wordt geautomatiseerd en gedigitaliseerd in plaats van dat banen worden gecreëerd, en dat goederen via het internet te koop worden aangeboden in plaats van dat er een winkel wordt opgezet. Jullie zorgen er zelf voor dat bedrijven dit doen, maar het verband tussen het een en ander ontgaat je wellicht.

Misschien, als je het verband wel zag, zouden jullie je anders gedragen. Misschien zouden enkelen van jullie nu zelfs alleen maar een kledingstuk kopen dat gecertificeerd is als niet gemaakt in een sweat-shop, door kinderen in een ontwikkelingsland die niet naar school kunnen omdat ze 7 dagen per week in die sweat-shop werken. En misschien was je bij het kopen wel op zoek naar een dergelijk certificaat, en zou je wellicht bereid zijn om meer dan anders te betalen voor een kledingstuk met een dergelijke certificatie. Echter, studies tonen aan dat de meeste mensen hiertoe niet bereid zijn, niet bereid zijn om meer te betalen. Ze staan wel achter die certificering, maar ze zijn niet echt bereid daarvoor veel meer te betalen. Kortom, wellicht zie je het verband niet, maar ook als je het wel zou weten zou je het niet ingrijpend anders doen.

Maar er is nog iets anders, en dat is dat je niet bereid bent af te zien van goede deals en lage prijzen, omdat je er niet gelooft dat anderen dat ook doen. Dit heet een collectief actie probleem. Mensen gedragen zich pas anders wanneer ze weten dat de ander dat ook doet, dezelde offers zou brengen. Waarom zou ik dingen opgeven als anderen dat niet doen? Waarom  moet ik degene zijn die het kledingstuk uit de sweat-shop niet mag kopen, of het boek niet op internet mag kopen als ieder ander dat wel doet? Door mij zal er echt niet veel veranderen, ik zal de economie, het beleid als enige echt niet veranderen. Het derde probleem is dus het collectief actie probleem.

Wat belangrijk is, is dat deze problemen kunnen worden overwonnen als je echt bezorgd bent over goede banen, over vaste banen, over kleine winkeltjes en boekhandels in je wijk, over al die zaken in je omgeving die je niet op zou willen geven. Wat het tweede punt betreft zou er een breder begrip moeten zijn onder de bevolking, zou er meer publieke voorlichting moeten worden gegeven, zou er meer begrip moeten zijn over het onderlinge verband van wat mensen doen, over wat ze kopen, over het krijgen van de beste deals en laagste prijzen en de consequenties daarvan. Misschien moet er gewoon meer publiciteit komen.

Maar wat te doen we met het derde probleem, het collectief actie probleem? Waar je niets doet als je niet zeker weet dat anderen het ook doen? Misschien kunnen we dat oplossen door middel van wetgeving. In feite is dat wat wetten doen. Zoals in millieuzones en bestemmingsplannen. Waar men zegt je kan hier geen groot distributiecentrum opzetten omdat dit gebied is gereserveerd voor bewoning en kleine familiebedrijfjes. Later in de lessen zullen we dieper ingaan op naar wetten en reguleringen als oplossing het derde probleem, het het collectief actie probleem.

Maar er is nog iets anders aan de hand. En dat heeft te maken met economische verandering. Misschien kunnen we het consumenten-brein beter met het burger-brein synchroniseren door middel van politiek-economisch beleid dat het voor mensen makkelijker maakt om van baan te wisselen. Misschien moeten we beleid hebben dat het makkelijker maakt voor mensen om van baan te wisselen in sectoren die in snel tempo worden geautomatiseerd of gedigitaliseerd. Misschien moeten we beleid maken om mensen te helpen om het soort kansen te krijgen die ze nodig hebben opdat en waarmee we zowel goede deals als verantwoorde collectieve burger-objectieven realiseren. Misschien moeten we familiebedrijfjes wel subsidiëren als we ze graag willen behouden. Begrijpen jullie wat ik bedoel?

Realiseer je dat er een spanningsveld is tussen het korte termijn egoïstische brein en het lange termijn verantwoordelijke brein. Wanneer we beginnen met het aanpakken van toenemende ongelijkheid en alles dat er gaande is,  moeten jullie je realiseren dat een deel van de verantwoordelijkheid ligt bij... jullie zelf!

RvL: Dit artikel is een transcriptie van de lezing “understanding your split brain” van Robert Reich in het het kader van de serie “classroom semester”. Zie de volledige (Engelstalige) lezing op youtube:

https://www.youtube.com/watch?v=ju_FEnj1ffw

Reactie toevoegen

(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.
(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.

U bent hier