h

Een eind aan het shoppen naar het fiscaal voordeligste land

28 januari 2018

Een eind aan het shoppen naar het fiscaal voordeligste land

Een einde aan het “shoppen” naar het fiscaal goedkoopste land

Peter Scherrer - Peter Scherrer is sinds 2015 adjunct secretaris-generaal van de European Trade Union Confederation, ETUC (Europees Verbond van Vakbonden). Daarvoor was hij secretaris-generaal van de European Metalworkers Federation (EMF).

Tientallen jaren heeft de Europese vakbondsbeweging er bij de EU-autoriteiten op aangedrongen een einde te maken aan het "regime shopping", het verplaatsen van het hoofdkantoor van Europese bedrijven naar een lidstaat waar zij minder belastingen en lagere lonen betalen. Ongeacht waar hun activiteiten plaatsvinden.

Toegestane maar “kunstmatige” handelsovereenkomsten leiden tot uitbuiting van werknemers en resulteren in een neerwaartse spiraal van sociale omstandigheden. Zij bestendigen de loonkloof tussen de lidstaten, verminderen de inkomsten voor essentiële overheidsdiensten, en leiden tot oneerlijke concurrentie voor sociaal wél verantwoordelijke werkgevers.

Brievenbusmaatschappijen zijn weinig meer dan postadressen in landen met soepele fiscale en reglementair regels, uitsluitend tot doel om wettelijke verplichtingen zoals belastingen, sociale premies, BTW en minimumlonen tot een minimum te beperken. Uit een in 2017 door de ETUC uitgevoerde studie bleek dat 96% van de buitenlandse investeringen in Luxemburg en 83% in Nederland naar brievenbusmaatschappijen ("special purpose entities") gaat.

Recentelijk heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (het Court of Justice of the European Union) het “regime shoppen”, het zoeken naar het fiscaal voordeligste vestigingsland, zelfs een stuk gemakkelijker gemaakt. De ETUC dringt er daarom op aan dat het komende, alomvattende "Europees ondernemingsrecht" een bindende maatregel bevat die wetgeving en procedures harmoniseert en werknemers beschermt.

Het Europese Hof van Justitie behandelde bijvoorbeeld de overdracht van de “statutaire vestiging” van een Poolse vennootschap naar Luxemburg. De betreffende onderneming bleef in Polen actief. De Poolse wetgeving eist dat de vennootschap eerst wordt geliquideerd alvorens deze naar een andere lidstaat over kan gaan. Het Europese rechter oordeelde echter dat dit een belemmering van de vrijheid van vestiging was. Met uitspraken als deze krijgen bedrijven die de nationale normen en verplichtingen willen omzeilen echter groen licht.

De ETUC heeft talrijke voorbeelden aan het licht gebracht van misbruik van mobiliteitsregels door ondernemingen. Zo werd in de vleesverwerkende sector werk uitbesteed aan Oost-Europese brievenbusbedrijven, waardoor men op die manier laagbetaalde werknemers met kortlopende contracten in dienst kon hebben. De complexiteit van regelingen maakt het voor inspecteurs echter moeilijk om te achterhalen wie voor een dergelijke gang van zaken verantwoordelijk is. En het dus kan gebeuren dat werknemers tot 20 uur per dag werken, zonder loon bij ziekte, zonder overwerkvergoeding, en zonder ziektekostenverzekering.

Een Pools bouwbedrijf, in Gdansk gevestigd in één kamer en met één gedeeld telefoonnummer, detacheerde werknemers naar Zweden, alwaar de lokale medewerkers werden ontslagen. De Poolse werknemers hadden te maken met lange werktijden, slechte huisvesting, werden slecht en soms in het geheel niet betaald. Het bedrijf had zowel in Polen als in Zweden geen sociale lasten betaald, terwijl die wel op het loon van de werknemers in mindering waren gebracht.

De vrijheden van de interne markt mogen echter niet worden gebruikt om dit soort zaken toe te staan. Eerdere gerechtelijke uitspraken met negatieve gevolgen voor de rechten van werknemers wijzen er daarentegen op dat rechters het EU-recht ten gunste van het bedrijfsleven uitleggen, een volstrekt ondemocratische gang van zaken. De ETUC heeft daarom om een “Sociaal Voortgang Protocol” gevraagd, een protocol dat aan de EU-Verdragen moet worden toegevoegd en waarin helder staat dat sociale grondrechten in de EU altijd voorrang dienen te krijgen boven economische vrijheden. Alleen op die manier kan er voor worden gezorgd dat de economie ten dienste staat van de mensen in plaats van omgekeerd.

In de intentieverklaring aan de Staat van de Unie van september 2017 beloofde Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker een "EU-totaalpakket van ondernemingsrecht”. Met daarin efficiënte afspraken met betrekking tot grensoverschrijdende zaken, met inachtneming van de nationale regels op sociaal en arbeidsrechtelijk gebied". Het pakket, dat naar men verwacht in maart uit komt, zal waarschijnlijk bestaan uit een viertal voorgestelde richtlijnen, waaronder één over grensoverschrijdende conversie en verplaatsing van vestiging. Echter als het de Commissie niet lukt om harmonisatie van regels (zoals die er al wel zijn voor fusies van bedrijven) te effectueren, en om adequate waarborgen voor werknemers vast te stellen, dan is het totaalpakket voor de ETUC onacceptabel.

Om verdere toename van brievenbusbedrijven tegen te gaan wil de ETUC dat bedrijven verplicht worden om hun hoofdkantoor te registreren in het land waar een substantieel deel van hun economische activiteit plaatsvindt. Daarnaast moet er meer transparantie zijn in de eigendomsverhoudingen van bedrijven, opdat werknemers weten wie er voor de bedrijfsvoering verantwoordelijk is.

Een eerlijk kader voor grensoverschrijdende vestiging heeft grote gevolgen voor de bedrijfsverantwoordelijkheid. Het heeft zowel gevolgen voor de arbeidsvoorwaarden en de sociale zekerheid, als voor de rechten van de werknemers in het kader van de Richtlijn Detachering. Uit de recente onthullingen in de Paradise-Papers blijkt echter eens te meer dat bedrijven gedwongen moeten worden om hun sociale verantwoordelijkheden na te leven en belasting te betalen op de plaats waar ze hun winst maken.

Het “shoppen” naar het fiscaal voordeligste land maakt ook een aanfluiting van het medezeggenschapsrecht van werknemers. Waar er bijvoorbeeld hinderlijke drempels bestaan door werknemersvertegenwoordiging in de raden van bestuur, zoals in Oostenrijk, Duitsland, Slovenië en elders, kunnen bedrijven zich gewoon elders vestigen, om daarmee de werknemers genoemde rechten te ontzeggen. Omdat ook reguliere bedrijfsverhuizingen vaak worden gevolgd door herstructureringen moeten werknemers  altijd toegang hebben tot volledige en tijdige informatie en raadpleging. De invoering van het "EU-totaalpakket van ondernemingsrecht” is een uitgelezen kans om voor werknemers en hun vertegenwoordigers in alle EU-lidstaten tot een modern en adequaat niveau van informatie, raadpleging en medezeggenschapsrechten te komen.

Grensoverschrijdende activiteiten zoals hierboven beschreven maken flagrante schendingen van arbeidsnormen mogelijk. De EU staatshoofden alsmede de Europese vakbondsbeweging hebben zich echter eind 2017 achter de “Europese Pijler van Sociale Rechten” geschaard. Als het de Europese Commissie menens is in het creëren van een eerlijke arbeidsmarkt voor werknemers in Europa moet zij ook maatregelen nemen om de juridische mazen in de wet te dichten die bedrijven in staat stellen om te “shoppen” naar het fiscaal goedkoopste vestigingsland.

.

Bron: Company Transfer Rules Must End “Regime Shopping” (c)

Peter Scherrer is plaatsvervangend secretaris-generaal van de European Trade Union Confederation, ETUC (Europees Verbond van Vakbonden).

Reactie toevoegen

(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.
(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.

U bent hier