h

Basisinkomen, van utopie naar noodzaak II

27 mei 2016

Basisinkomen, van utopie naar noodzaak II

Basisinkomen, van utopie naar noodzaak II

In de eerste column over het basisinkomen heb ik het Onvoorwaardelijk Basis Inkomen (OBI) geïntroduceerd. In het kort is het een regeling waarin iedere inwoner op landelijk, regionaal dan wel lokaal niveau een standaardbedrag krijgt dat voldoende is om in het levensonderhoud te voorzien. Over een eventuele implementatie zijn echter veel verschillende meningen, variërend van uiterst links tot extreem rechts.

Veel vroege supporters van het basisinkomen waren liberalen. Hun idee van het OBI was om elke burger een zeer bescheiden bedrag te geven waarmee hij zich volledig, dus zonder extra opslagen en voorzieningen bij bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid of ziekte, maar moest zien te redden. Voorop stond een maximum aan persoonlijke vrijheid en een minimum aan staatsbemoeienis. Zij stonden daarin tegenover de sociaaldemocraten, die traditioneel uitgingen (en uitgaan) van collectieve voorzieningen als pensioenen, werkloosheids­uitkeringen, kinderbijslag, gezondheidszorg, onderwijs en ouderenzorg.

Veel sociaaldemocraten zijn kritisch ten opzicht van het OBI. Zij vragen zich af of een basisinkomen de hedendaagse maatschappelijke en sociale problemen beter kan oplossen dan de bestaande mechanieken. Dat het OBI nodig is omdat er door technologische ontwikkelingen, zoals robotisering, informatisering en automatisering niet meer genoeg fulltime banen zullen zijn, gaat volgens hen niet op. Er is er geen verband tussen technologie, productiviteit en beschikbare banen. Het aantal banen is met de enorme productiviteitsgroei vanaf WO2 immers niet verminderd. Volgens hen is het niet de economie maar het gevoerde politieke beleid dat bepaalt hoeveel uren en hoeveel dagen er in principe wordt gewerkt. De invloed van technologie op (het aantal) banen hangt meer af van de machtsverhouding tussen arbeid en kapitaal. Die door het neoliberale beleid volledig scheefgegroeid is.

Ook vinden tegenstanders het OBI niet de beste manier om armoede te bestrijden. Dat door het basisinkomen de armoede vermindert ontkennen zij niet; als iemand geen werk heeft kan het OBI er voor zorgen dat hij toch zelf in zijn levensonderhoud kan voorzien. Maar er zijn sociaaldemocratische landen die zonder OBI zeer goede resultaten boeken bij het bestrijden van armoede. Als voorbeeld geven zij Zweden en Noorwegen, landen die geen basisinkomen hebben. Beide landen voeren een traditioneel sociaal beleid, onder meer door een gegarandeerd inkomen voor hen die onder de armoedegrens dreigen te komen. Dit gegarandeerde inkomen is hoger dan de Nederlandse bijstandsuitkering omdat het als doel heeft een inkomen te verschaffen dat op het niveau is van de levensstandaard van de werkende bevolking.

Een argument tegen het OBI is dat het niet de beste manier is om de inkomensongelijkheid te verminderen. De belangrijkste variabelen bij ongelijkheid zijn immers van politieke aard en zijn gebaseerd op de machtsverhouding tussen arbeid en kapitaal. En op de verhouding van inkomsten uit arbeid en inkomsten uit kapitaal. Een traditioneel sociaal beleid zoals in Zweden en Noorwegen, dat is gericht op het vergroten van het percentage inkomen uit arbeid, is beter en effectiever dan een OBI.

Waar het gaat om de huidige problemen rond werk en inkomen stellen de tegenstanders van het OBI de juiste diagnose. Zij hebben er gelijk in dat het de politiek is die bepaalt hoeveel uren en dagen de werkweek telt. Maar daar spelen economische dingen wel degelijk een grote rol bij. Aan de ene kant zijn de werkgevers door het loon-drukkend effect gebaat bij een zo lang mogelijke werkweek en de beschikbaarheid van zo veel mogelijk mensen. Aan de andere kant is er echter ook een grens aan wat een maatschappij aan producten kan absorberen. Dit heeft gevolgen voor de totaal benodigde arbeid. En waar een steeds groter deel van die producten door automatische systemen zal worden geleverd zal het werk dat door mensen wordt verricht hoe dan ook afnemen. Betere scholing zorgt er weliswaar voor dat zoveel mogelijk mensen beschikbaar blijven voor in toenemende mate hoger gekwalificeerde banen, maar dit zal dit de afname niet kunnen stoppen.

In tegenstelling tot wat sceptici zeggen kan een OBI juist wel een belangrijke rol spelen bij het aanpakken van werkloosheid en de daaruit voortkomende sociaal maatschappelijke problemen. Een – voldoende hoog - OBI zorgt er voor dat het werk beter wordt verdeeld. Het neemt de noodzaak weg om een fulltime betaalde baan te hebben. Immers, de combinatie van het basisinkomen en een parttime baan zal voor velen voldoende zijn om rond te komen. Omdat het nu juist de werkgever is die concessies moet doen om voldoende mensen te krijgen zal het machtsevenwicht weer richting werknemer gaan. Met als positieve gevolgen verbeterde werkomstandigheden en hogere lonen.

Waar sommige critici van het basisinkomen de plank echter volledig mis slaan is dat zij het OBI als tegenstander zien van de traditionele sociaaldemocratie. Waar het OBI is, kan geen traditioneel sociaal beleid bestaan, en waar traditioneel sociaaldemocratisch beleid wordt gevoerd is een OBI overbodig. Deze tegenstelling bestaat echter in het geheel niet. Beide systemen kunnen elkaar versterken. Waar in het traditioneel sociale model sprake is van herverdeling van inkomen is juist het OBI het herverdelingsmechaniek bij uitstek. Waar het basisinkomen zorgt voor een evenwichtigere arbeidsmarkt zullen vakbonden evengoed nodig zijn om het machtsevenwicht tussen de werknemers en de werkgevers te bewaken.

In de huidige maatschappij verandert de arbeidsmarkt op een manier die zich nog nooit heeft voorgedaan. Het oude sociaal-democratische principe schiet hierbij te kort. Er is meer nodig.

Het OBI, mits op de juiste wijze geïmplementeerd, heeft de beste kans de sociale maatschappij weer op de rails te zetten. Daarbij geholpen door de sociaaldemocratie. We moeten ons echter realiseren dat het basisinkomen in beginsel politiek neutraal is. Pas bij het invullen van het OBI – hoe hoog wordt bedrag, welke uitkeringen vallen eronder en welke niet - worden de verschillen zichtbaar. Wordt het een systeem waarbij “liberalen hun vingers zullen aflikken” (Rutte, VVD) of wordt het een links “nivelleringsfeestje” (Spekman, PvdA)?

Het Onvoorwaardelijk Basis Inkomen is een sociaal-maatschappelijk herverdelingssysteem dat een oplossing biedt voor de problemen die zijn ontstaan tengevolge van het neoliberale beleid. Mits op de juiste manier geïmplementeerd is het een systeem dat oog heeft voor de menselijke maat, waar ongelijkheid een acceptabel en productief niveau heeft, waar werknemers zonder bestaansonzekerheid en extreme werkdruk kunnen werken, waar ruimte is voor structurele mantelzorg, zelfontplooiing en recreatie, en waar armoede tot het verleden behoort.

Zie ook:
http://basisinkomen.net/obi/vaakgestelde-vragen/

http://basisinkomen.net/obi/vrij-van-controledrift-bureaucratie-en-armoede-met-een-basisinkomen/

 

 

 

Reactie toevoegen

(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.
(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.

U bent hier