h

De Restjes-economie

11 oktober 2015

De Restjes-economie

De restjes-economie

(Bron: Robert Reich, the Share the Scraps-economy)

Hoe zou u het vinden om in een economie te leven waar robots alles doen wat enigszins te voorspellen en dus te programmeren valt, en waar alle winst naar de eigenaren van de robots gaat? Waar in de tussentijd mensen het werk doen dat onvolspelbaar is, zoals kleine klusjes, incidenteel haal- en brengwerk, reparatiewerk en autorijden (al wordt dat als het aan Google ligt binnenkort ook geautomatiseerd). Kortom, kleine taken die op onwillekeurige momenten moeten worden uitgevoerd. En waarmee mensen een loon verdienen waar nauwelijks van te leven valt. Hou je vast: dat is de economie waar we in grote vaart op afstormen!

Zo zijn er Uber-chauffeurs, Airbnb-verhuurdiensten, klusdiensten, op-afroep schilders, nul-uren postbezorgers, deel-je-gereedschap diensten, en ga zo maar door. Het mooie woord hiervoor is “deel-economie”. Een beter woord zou echter “restjes-economie” zijn, waarin dienst-aanbieders in een race naar de bodem tegen afbraakprijzen hun diensten aanbieden, vechtend om de restjes van de economie.

Computersoftware maakt het mogelijk om bijna elke baan te verdelen in kleine, specifieke taken die zodra ze nodig zijn kunnen worden verdeeld onder werkzoekenden. Met een loon dat afgestemd is op het aantal gegadigden dat op dat moment voor die taak beschikbaar is. Klanten en aanbieders worden on-line “gematched”; de aanbieders worden beoordeeld op kwaliteit en betrouwbaarheid. Het grote geld gaat echter naar het bedrijf dat de software in bezit heeft. Denk maar weer aan Uber, waarbij particuliere chauffeurs voor een extreem laag bedrag een rit aanbieden. Waarna Uber, een allesbehalve ludiek miljardenbedrijf, een flinke hap neemt uit de opbrengst van de rit.

Dit is het resultaat van een proces dat dertig jaar geleden is begonnen, toen bedrijven full-time banen begonnen op te delen en uit te besteden aan parttimers, flexwerkers, onderaanbieders, free-lancers, nul-uren medewerkers en consultants. En dat op dit moment zijn “gloriedagen” beleeft in het grote aantal ZZP-ers. Het was een manier om de gereguleerde arbeidsmarkt, met cao’s, vakbonden, gereguleerde arbeidsomstandigheden en minimum lonen, te omzeilen. Een manier om risico’s en onzekerheden met betrekking tot het werk op de werknemers af te wentelen. Bijvoorbeeld met werk dat meer uren zou kunnen kosten dan gepland, dat gevaarlijker zou kunnen zijn dan verwacht, of duurder dan gewenst.

De nieuwe manier van flexwerken, werk-op-afroep of hoe je het ook noemt wentelt de risico’s volledig af op de individueel werkenden en elimineert toch al minimale collectieve arbeidsafspraken. In feite is dit een terugkeer naar het 19e eeuwse stukloon, waarbij arbeiders geen enkele macht hadden, geen legale positie hadden, op wiens schouders alle risico’s vielen en van vroeg tot laat werkten. En dat voor een hongerloon.

In het Uber-geval gebruiken chauffeurs hun eigen auto, regelen en betalen hun eigen verzekering, werken zoveel uren als zij willen, of kunnen, en betalen Uber een vet percentage. Maar hoe zit het met de werknemersveiligheid? Met de sociale zekerheid? Uber vindt zich “bemiddelaar”, niet werkgever, en onttrekt zich daarmee aan elke verantwoordelijkheid.

Voorstanders van op-afroep werk benadrukken de flexabiliteit. De aanbieders, de werkenden, kunnen zoveel werken als zij willen, ze kunnen hun agenda vullen hoe zij willen en de “lege uurtjes” daarin zo veel mogelijk vullen. Er gaan echter nog steeds maar 24 uur in één dag. Als de “lege uurtjes” maximaal in arbeidstijd worden omgezet, en die werktijd is ook nog eens onvoorspelbaar en laag betaald, wat gebeurt er dan met de menselijke relaties? Met de familieband? De eigen gezondheid? Een bedrijf als Uber stelt dat hun op-afroep chauffeurs gelukkig zijn in en met hun werk. Maar hoeveel mensen die nu in de op-afroep-deeltijd-economie werken zouden niet gelukkiger zijn met een normale baan, met reguliere arbeidstijden, in plaats van als oproepkracht te moeten vechten om de “restjes”?

De kans om wat extra’s te verdienen kan misschien aantrekkelijk lijken in een economie waarin het doorsnee salaris al jaren stagneert en waarin bijna alle economische winst naar de top gaat. Maar dat maakt het nog niet goed. Het laat slechts zien hoezeer in onze maatschappij de gewone werkende klasse aan het kortste eind trekt.

Sommige economen juichen het huidige op-afroep, flexibele, nul-uren of ZZP arbeidssysteem toe als een middel om mensen efficiënter in te benutten. Maar de grootste economische uitdaging waar we voor staan is niet hoe we mensen efficiënter kunnen gebruiken. Het is hoe we werk, en de opbrengsten van dat werk, fatsoenlijker kunnen verdelen.

Gemeten langs deze lat werpt de op-afroep ZZP economie, het extreme flexwerk, het “gevecht om de restjes” ons alleen maar verder terug.

Bron: Share the scraps, © Robert Reich.

Vertaald en bewerkt: Rob van de Lande

Reactie toevoegen

(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.
(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.

U bent hier