De (politieke) oorzaak van de toenemende ongelijkheid (1)
De (politieke) oorzaak van de toenemende ongelijkheid (1)
De (politieke) oorzaak van de toenemende ongelijkheid (1)
Robert B. Reich, "The political roots of widening inequality". Vertaling en bewerking: Rob vd Lande
ROBERT B. REICH was staatsecretaris in de Amerikaanse Clinton regering. Volgens Time Magazine was hij een meest effectieve staatssecretarissen van de 20-eeuw. Mr. Reich heeft een dertiental boeken gepubliceerd, waaronder de bestsellers “Aftershock" en "Beyond Outrage", over de toegenomen ongelijkheid. Zijn documentaire, "Ongelijkheid voor iedereen (Inequality for All)" is door de VPRO op de Nederlandse televisie vertoond.
Meer dan twintig jaar heb ik, Robert Reich, geprobeerd uit te leggen waarom de “gewone man” in een land als het onze er in financieel-economisch opzicht niet of nauwelijks op vooruit is gegaan. Globalisering (ik gebruik het algemeen geaccepteerde begrip Globalisering in plaats van Mondialisering) en technologische veranderingen hebben velen van ons minder aantrekkelijk in de arbeidsmarkt gemaakt. Ons werk kan nu immers vaak goedkoper worden gedaan door arbeiders in lage lonen landen of door computers en geautomatiseerde machines.
Mijn oplossing was een actievere overheid, die belastingen verhoogt voor de rijken, de opbrengsten daarvan investeert in betere opleidingen (waardoor we productiever en dus weer aantrekkelijk voor de arbeidsmarkt worden), en in herverdeling van inkomen ten gunste van de minder bedeelden. Uiteraard waren de liberalen, die geloven dat de economie beter functioneert met een kleine(re) overheid en lagere belastingen, het hier niet mee eens.
Terwijl de uitleg, de duiding die ik toen gaf voor wat er gebeurde nog steeds geldt (sterker nog: het is de algemeen geaccepteerde zienswijze), gaat deze voorbij aan een essentieel punt. Namelijk de toegenomen politieke macht van de bedrijfs- en financiële elite, die daarmee in toenemende mate in staat is om de regels van het economische “spel” naar hun hand te zetten. Ondanks dat zij nog steeds relevant zijn, gaan de oplossingen vanuit de politiek die ik toen heb aangegeven te weinig uit van de huidige, meer beperkte rol van de overheid in het bepalen van de economische regels.
De discussie die daarop werd gevoerd over de “vrije markt” versus een actief sturende overheid, heeft de aandacht afgeleid van het feit dat de markt inmiddels totaal anders is georganiseerd dan een halve eeuw geleden. En wel zo dat die markt, in tegenstelling tot vroeger, geen algemeen gedeelde welvaart meer oplevert. Het heeft de aandacht afgeleid van wat de basisbeginselen van de markt zouden moeten zijn.
Door die veranderde markt gingen de westerse landen zich meer en meer conformeren aan de “vanzelfsprekendheid” dat men datgene verdienen wat men in de markt “waard” is (meritocratie). Zonder zich af te vragen wat nu eigenlijk de legale en politieke grondbeginselen van de markt zijn, en of de markt zich daar wel aan houdt.
Deze vanzelfsprekendheid is vervolgens een zelfs een claim, moreel argument geworden dat zegt (en dat goed praat) dat mensen “datgene krijgen wat ze verdienen”. Genoemde claim heeft echter slechts dan betekenis als de legale en politieke grondbeginselen die de markt nu bepalen werkelijk ook moreel te rechtvaardigen zijn. En daar valt wel het een en ander op af te dingen…
Volgende keer in “De (politieke) oorzaak van de toenemende ongelijkheid”: Deel 2, De macht van de markt.
- Zie ook:
- Rob van de Lande
Reactie toevoegen